Leerlingen vaak onnodig lang in verouderd schoolgebouw

| 28-12-2015 | Renovatie blijft uit door gesteggel over kosten

Leerlingen krijgen onnodig lang les in verouderde schoolgebouwen omdat gemeenten en schoolbesturen steggelen over de huisvestingskosten. Daardoor is bijvoorbeeld onduidelijk wie opdraait voor renovatie. Dit zeggen de PO Raad en experts met kennis van onderwijshuisvesting tegen de Volkskrant.

De problemen ontstaan doordat gemeenten verantwoordelijk zijn voor de bouw van nieuwe schoolgebouwen, terwijl scholen het onderhoud van de panden voor hun rekening nemen. Daartussenin ligt echter een grijs gebied: wie draait op voor een ingrijpende, levensduurverlengende renovatie van een schoolgebouw?

Zowel de PO Raad, de sectororganisatie van basisscholen, als HEVO, een adviesbureau dat gemeenten en schoolbesturen adviseert over huisvesting, pleit ervoor om in de wet vast te leggen dat gemeenten en schoolbesturen bij renovatie de kosten verdelen. Gebeurt dat niet, dan ontstaan de komende jaren problemen, zeggen ze. ‘Ongeveer de helft van alle schoolgebouwen is gebouwd tussen 1950 en 1980’, zegt Mireille Uhlenbusch van HEVO. ‘De technische levensduur zit er vaak al op. Maar gemeenten kunnen nooit voor al die scholen een nieuw gebouw neerzetten.’

In de huidige situatie ontstaat vaak een patstelling, aldus een woordvoerder van de PO Raad. Veel scholen hebben het budget niet voor een grote upgrade en vragen de gemeente om een bijdrage. Hoewel die daarvan zou profiteren – er hoeft dan immers geen nieuwbouw meer te komen – weigeren veel gemeenten mee te betalen. Ze zijn daartoe wettelijk ook niet verplicht. Gevolg is dat schoolbesturen weinig anders kunnen doen dan nieuwbouw aanvragen. ‘En dan ligt de rekening alsnog op het bordje van de gemeente.’

Het kan voor scholen gunstig zijn hun gebouwen slecht te onderhouden
-Marco van Zandwijk van kenniscentrum Ruimte-OK-

‘Vreemde discussies’
Dat is niet efficiënt, want nieuwbouw is anderhalf tot twee maal zo duur als renovatie. Daardoor gaan de gemeentelijke budgetten voor onderwijshuisvesting sneller op dan noodzakelijk, zegt Uhlenbusch. ‘Docenten en leerlingen zijn de dupe. Zij zitten daardoor vaak lang in verouderde gebouwen.’

Bovendien krijgt een school niet zomaar nieuwbouw. Daartoe moet het schoolbestuur aantonen dat het huidige gebouw niet meer geschikt is om onderwijs in te geven. Volgens onderzoeker Siebren Baars van de Technische Universiteit Eindhoven leidt dat tot ‘vreemde discussies’ tussen scholen en gemeenten. ‘Schoolbestuurders laten rapporten opstellen waarin staat dat het gebouw lekt, piept, kraakt en modern onderwijs in de weg staat, waarna de gemeente er een andere deskundige tegenaan gooit die het tegendeel beweert.’

En dat is niet alles, zegt Marco van Zandwijk van kenniscentrum Ruimte-OK, dat gespecialiseerd is in de huisvesting van scholen en kinderopvang. ‘In de hoop uiteindelijk nieuwbouw te krijgen, kan het voor scholen gunstig zijn hun gebouwen slecht te onderhouden. En ondertussen krijgen de kinderen daar gewoon les.’

Lange termijn
Van Zandwijk beaamt dat er snel iets moet gebeuren, maar een wetswijziging is volgens hem niet nodig. ‘Het is belangrijk dat de mindset verandert’, zegt hij. ‘Besturen en gemeenten moeten samen naar de lange termijn kijken. Ze moeten niet steeds een enkel gebouw bespreken, maar een integraal strategisch plan maken.’

Staatssecretaris Sander Dekker (Onderwijs) vond het in 2014 nog niet nodig renovatie in de wet op te nemen. Hij meende dat gemeenten en besturen daar onderling maar afspraken over moesten maken. Op sommige plekken is dat gelukt, zoals bijvoorbeeld in Utrecht en Den Haag. Daar hebben de gemeenten en de schoolbesturen samen langetermijnplannen gemaakt, waarin ze vastleggen welke gebouwen wanneer vervangen of gerenoveerd worden en hoeveel de partijen daaraan bijdragen.

Bron: http://www.volkskrant.nl/binnenland/leerlingen-vaak-onnodig-lang-in-verouderd-schoolgebouw~a4214720/