Voortaan één basisbedrag per school en leerling

| 19-12-2018 | DEN HAAG – Het kabinet maakt een einde aan de migraine opwekkende Rijksberekeningen die voor basisscholen bepalen hoeveel overheidsgeld ze krijgen voor hun leerlingen, docenten en onderhoudskosten.

Minister Slob (Onderwijs) gaat het bekostigingssysteem versimpelen zodat basisscholen beter kunnen inschatten op welk bedrag zij kunnen rekenen en daarvoor een planning kunnen maken. Voor de politiek en Raden van Toezicht moet het inzichtelijker maken waar het geld aan besteed is. Ook administratieve lastendruk zou erdoor kunnen slinken.

De huidige bekostigingsmanier is haast niet te doorgronden. De overheid keert jaarlijks aan basisscholen een grote som geld uit, de zogeheten lumpsumbekostiging. Scholen moeten daarvan hun docenten, leermateriaal en bijvoorbeeld stookkosten betalen. Hoe groot dat bedrag is hangt af van vele factoren. Zo wegen onderbouwleerlingen op dit moment zwaarder mee dan bovenbouwleerlingen. Ook speelt de leeftijd van de docenten een rol.

Het bepalen van de kosten voor materieel is al helemaal een doolhof. Een stoffig doolhof bovendien, want daarin zijn zelfs nog bedragen voor krijtborden opgenomen. Op vrijwel alle scholen wordt met digitale schoolborden gewerkt.

Minister Slob heeft besloten om flink te snoeien in de complexe materie en over te stappen op één basisbedrag per school en per leerling. Wel wil hij aanvullende bekostiging voor bijvoorbeeld kleine scholen, onderwijsachterstanden, extra leerlingondersteuning en asielzoekers in stand houden. De CU-bewindsman gaat zijn plannen de aankomende tijd met het onderwijsveld uitwerken, waarbij hij goed belooft te bekijken of de herverdeling geen negatieve effecten heeft.

Bron: https://www.telegraaf.nl/nieuws/2941474/voortaan-een-basisbedrag-per-school-en-leerling